Advocaat Personen- en Familierecht en Mediation

ALIMENTATIE

ALIMENTATIE VOOR DE PARTNER EN/OF DE KINDEREN. Volgens de wet heeft degene die na de echtscheiding niet of niet genoeg in het eigen levensonderhoud kan voorzien, recht heeft op een bijdrage van de andere echtgenoot. Alimentatie is een terugkerende, vaak maandelijkse betaling aan de ex-partner en/of kinderen, die bedoeld is als bijdrage in het levensonderhoud na een scheiding. Er bestaan twee soorten alimentatie: partneralimentatie en kinderalimentatie. De hoogte van de alimentatie kan onderling worden afgesproken, maar kan ook door een rechter worden bepaald. Er bestaan richtlijnen voor het berekenen van de alimentatie. Een alimentatieberekening wordt gemaakt voor zowel partner- als kinderalimentatie. Belangrijke factoren die meespelen bij de berekening zijn behoefte en draagkracht. Een alimentatieberekening dient door een deskundige te worden gemaakt, zoals een scheidingsmediator of advocaat. Duur partneralimentatie Het recht op partneralimentatie is gelijk aan de helft van het huwelijk tot een maximum van vijf jaren, behoudens uitzonderingen. Er wordt gerekend vanaf het moment dat de scheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap is geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand. Er zijn vier uitzonderingen.
  • het recht op alimentatie duurt ten minste tot het jongste kind 12 jaren is geworden;
  • als het huwelijk langer dan vijftien jaren heeft geduurd en de alimentatiegerechtigde heeft binnen 10 jaren recht op AOW, dan duurt de alimentatie in elk geval tot de AOW-gerechtigde leeftijd (De datum van scheiding kan hier dus een groot verschil maken);
  • als u voor 1 januari 1970 bent geboren, uw huwelijk heeft minimaal 15 jaren geduurd en u bereikt uw AOW-gerechtigde over minimaal 10 jaren, dan is de alimentatieduur 10 jaren;
  • tot slot is verlenging mogelijk bij schrijnende gevallen.
Kinderalimentatie Jij en je (ex-)partner blijven als ouders ook na de scheiding allebei financieel verantwoordelijk voor de zorg en opvoeding van jullie kinderen. Kinderalimentatie is het bedrag wat je als ouders betaalt voor de verzorging en opvoeding van jullie kind(eren) tot hij of zij 18 jaar is. Je maakt het bedrag aan kinderalimentatie niet direct over aan je kinderen, maar regelt dat onderling met je (ex-)partner. Je spreekt samen met je (ex-)partner af hoe je de kosten van de opvoeding en verzorging van jullie kinderen verdeelt. In het ouderschapsplan leg je de hoogte van het bedrag aan kinderalimentatie vast en wie de betaler en ontvanger wordt. Je kunt de hoogte van dat bedrag zelf of door een expert laten berekenen. De uitkomst van de berekening van de expert geeft aan wat jullie beiden zouden moeten bijdragen aan de zorgkosten van jullie kind(eren). Je kunt natuurlijk samen een ander bedrag afspreken dan de berekening van de expert, maar je weet dan in ieder geval wat gangbaar is en wat door de rechtbank gehanteerd wordt. De rechter controleert namelijk of jullie overeengekomen bedrag mag, er zijn namelijk eisen aan de hoogte van kinderalimentatie. Berekening Het gaat hier om wat de daadwerkelijke uitgaven voor het kind zijn. Dit verschilt per gezin. Bij het berekenen van de kinderalimentatie wordt gekeken naar het aantal kinderen, de leeftijd van de kinderen (kinderen van boven de 18 jaar worden meegenomen in de berekening van kosten levensonderhoud) en wat het inkomen was van de ouders voordat ze uit elkaar gingen. Als hiernaar gekeken is, wordt het bedrag bepaald aan de hand van de alimentatienormen. De Rechtbank heeft een behoeftetabel waarop deze alimentatienormen gebaseerd zijn. Deze is te vinden op de website van de Rechtspraak.

Bijdrage

De hierboven berekende behoefte van jullie kind(eren) is het minimale bedrag wat je als ouders aan kinderalimentatie gaat betalen: dit is een absoluut bedrag. Beide ouders zullen moeten voorzien in dit bedrag, tenzij de ouders niet in de volledige behoefte van de kinderen kunnen voorzien. Dan kan de behoefte naar beneden worden bijgesteld. Wat de exacte hoogte is waar de ouders in kunnen voorzien, wordt vervolgens bepaald op basis van wat draagkracht wordt genoemd. De draagkracht is per ouder verschillend. Het kan namelijk zijn dat de ene ouder veel meer verdient dan de andere ouder. De draagkracht wordt berekend door het inkomen te verrekenen met de lasten. De draagkracht is dus de ruimte die een ouder heeft om bij te dragen in de behoefte van het kind of de kinderen. De hoogte van de kinderalimentatie stijgt elk jaar met een bepaald percentage. Het percentage is gebaseerd op de loonstijgingen. Dit wordt indexatie genoemd. De indexeringspercentages worden ieder jaar rond november vastgesteld. Kindgebonden budget Wanneer ouders uit elkaar gaan dan heeft dit invloed op het inkomen van beide ouders. Bij de berekening van het kindgebonden budget wordt gekeken naar de financiële situatie die is ontstaan door en na het uit elkaar gaan van jou en je (ex-)partner. Je kunt misschien kindgebonden budget krijgen als bijdrage in de kosten voor jullie kinderen tot 18 jaar. Die krijg je naast kinderbijslag. Hoe hoog de toeslag is, hangt af van je inkomen, hoeveel kinderen je hebt en hun leeftijd. Is je vermogen te hoog? Dan krijg je geen kindgebonden budget. Het kindgebonden budget vraag je bij de Belastingdienst aan. Het kindgebonden budget wordt vervolgens bij het inkomen opgeteld van de ouder waar jullie kind staat ingeschreven. Dit bedrag wordt hierdoor dus meegenomen in de berekening van kinderalimentatie. Zorgkorting Zorgkorting is de korting die je als ouder krijgt wanneer je omgaat met zijn of haar kind, maar je kind niet bij je staat ingeschreven. Deze zorgkorting is afhankelijk van hoeveel tijd je kind verblijft bij de ouder waar jullie kind niet staat ingeschreven. Dit werkt als volgt: degene waar jullie kind woont voldoet in principe in de vaste lasten van jullie kind met een kinderalimentatiebijdrage van de andere ouder. Echter de ouder waar jullie kind niet staat ingeschreven, heeft ook kosten als jullie zoon of dochter bij hem/haar is. Dit wordt van het bedrag afgehaald wat jij of je (ex-)partner maandelijks kan bijdragen in de kosten van de kinderen; omdat jij of je (ex-)partner  daar zelf al in voldoet. Daarom wordt dit gebaseerd op hoeveel dagen de kinderen bij hem/haar zijn. Als dit 1 dag is in de week, heeft deze ouder minder kosten dan wanneer het 5 dagen zijn. Het bedrag dat hij of zij maandelijks moet betalen min de zorgkorting is het uiteindelijke kinderalimentatiebedrag. Zorgkorting is geen korting die je aanvraagt bij de Belastingdienst, maar een korting die toegepast wordt bij de berekening van kinderalimentatie op basis van de wettelijke normen. De zorgkorting wordt berekend op grond van een bepaald percentage over de behoefte van het kind: dit kan verschillen van 15% tot 35% afhankelijk van het aantal dagen dat jullie kind of de kinderen bij de ouder verblijft waar hij of zij niet staat ingeschreven. Bij co-ouderschap is de zorgkorting 35%. Belastingaftrek Voor de ontvanger is partneralimentatie belast. Hier dient inkomstenbelasting over betaald te worden. De hoogte hiervan is dus inkomensafhankelijk. Naast de inkomstenbelasting dient de ontvanger een bijdrage te betalen op grond van de Zorgverzekeringswet. Tenminste voor zover deze bijdrage niet deels via het inkomen uit loondienst wordt voldaan. De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld en ligt zo tussen de 5 tot 7%. Voor de betalende partij is de alimentatie aftrekbaar. Over dit deel hoeft derhalve geen inkomstenbelasting betaald te worden. Als de alimentatieplichtige in een hoger tarief valt, dan de alimentatiegerechtigde kan hier dus een voordeel behaald worden ten nadele van de fiscus. Dit voordeel gaat de aankomende jaren verdwijnen. De maximale aftrekbaarheid wordt in de jaren tot 2023 afgebouwd tot 37,05%. Wilt u meer weten over alimentatie? Neem dan contact met mij op.